Het Hageland

 

Het Hageland is een stuk land dat zich uitstrekt tussen Leuven, Begijnendijk, Diest, Zoutleew, Landen en Hoegaarden. Vroeger was dit de regio van de Diestiaanse Zee. De aanwezigheid van de diverse landschapstypes en  valleien vormt een belangrijk element in de beleving van

het Hageland. Het kreeg zijn naam voor het eerst in 1528.  

De naam ‘Haghe’ betekent oorspronkelijk ‘bos’. Het wijst naar zijn bebossing, regio van kreupelhout, en hagen. De dieren die er ronddwaalden, waren de wolven.

 

Het Hageland is één van de groenste plekken in België. Het territorium omvat rivieren, velden, weiden, akkers, boomgaarden, … De bekendste rivieren zijn de Kleine en de Grote Gete, de Demer en de Dijle. Deze laatste twee komen samen in het dorpje Werchter. Ze dienden vroeger voor het transport van goederen tussen de verschillende steden die in aanraking zijn met deze rivieren. Ze kronkelen tussen de groene velden, bossen en langs de boomgaarden.

 

De industrie bleef hier in achtergrond daar het groen nog zo aanwezig is.

Fruitteelt is de bekendste productie. De appels en de peren zijn bedoeld om op te eten, maar ook om in de jenever terecht te komen. De suiker is aanwezig in de suikerstad Tienen.

De wijnteelt is sinds 1970 in opgang maar onze brouwers waren hier sinds veel langer. Leuven en Hoegaarden zijn daarvoor heel bekend. Bijna ieder dorp had zijn brouwerij en zijn eigen biermerk. Spijtig genoeg zijn de meeste uitgestorven. Vandaag de dag zijn er veel streekproducten en specialiteiten die in streekwinkels verkocht worden. We hebben streekbieren, diverse soorten jenevers en likeuren, druiven, fruitwijn, asperges, hoeveproducten, aardbeienteelt, confituren, appelsappen, honing, koekjes, andere zoetigheden en typische vleesproducten.